Gebarentaal
Bij KDV Hupsakeee! werken wij op de dagopvang (0-4 jaar) met baby- en kindergebarentaal.
Alle pedagogisch medewerkers hebben een meerdaagse training baby- en kindergebaren gevolgd en zijn hiervoor gecertificeerd. Deze training wordt jaarlijks herhaald waarbij er steeds nieuwe woorden aan worden toegevoegd. De gebaren zijn afkomstig van de Nederlandse Gebarentaal.
Wat zijn baby- en kindergebaren precies?
Baby- en kindergebaren is het ondersteunen van de gesproken taal met gebaren.
Hoewel een baby gemiddeld pas rond de 18 maanden begint met praten is hij al veel eerder fysiek in staat om te communiceren. Het praten, het bewegen van je mond, is onderdeel van de fijne motoriek. Het maken van bewegingen met je vingers, handen en armen valt onder de grove motoriek. De grove motoriek is bij een baby eerder ontwikkeld. Hierdoor kan hij eerder met zijn handen duidelijk maken wat hij wil, dan met zijn mond.
Tussen de 6 en 9 maanden zijn de hersenfuncties voldoende ontwikkeld zodat een baby de omgeving om zich heen kan opnemen en observeren. Denk bijvoorbeeld aan een vliegtuig in de lucht of een eendje dat in de vijver zwemt. Een baby wil graag met je delen wat hij ziet of nodig heeft maar kan dat nog niet vertellen. Door het aanleren van simpele gebaren naast gesproken taal, geef je je kind de mogelijkheid om al op jonge leeftijd met jou te communiceren.
Baby- en kindergebaren is dus een manier van communiceren met je kind als praten (nog) niet lukt. Het is hierdoor niet alleen erg waardevol voor baby’s, maar ook voor dreumesen en peuters die zichzelf nog niet (goed) verstaanbaar kunnen maken. Tevens hebben kinderen die meertalig worden opgevoed, veel baat bij de gebaren.
Alle voordelen op een rijtje
- Minder frustratie en verdriet omdat het kind zelf kan aangeven wat er aan de hand is of wat het graag wil.
- Het kind kan uit zichzelf vertellen wat het ziet waardoor je meer inzicht krijgt in zijn interesses.
- Met baby- en kindergebaren overbrug je de periode van taal begrijpen naar kunnen praten.
- Het taalverwervingsproces wordt veel eerder actief gestimuleerd waardoor een kind op jongere leeftijd begrijpt dat tekens (woorden of gebaren) staan voor voorwerpen, personen en handelingen. Bovendien leert een kind dat eenzelfde begrip in verschillende situaties een andere betekenis kan hebben. Zo is een ‘auto’ om in te rijden met papa en mama, maar ook om mee te spelen en kan die ook getekend zijn op een plaatje in een boek.
- Met baby- en kindergebaren kan een kind het initiatief nemen om een gesprek te starten.
- Wanneer een kind begint met praten, lijken veel woorden op elkaar. Met gebaren krijg je als ouder en verzorger een ‘ondertiteling’ van het gebrabbel waardoor misverstanden voorkomen worden en je direct weet waar je kind over praat.
- Bij meertaligheid vormt gebaren een brug tussen de talen en kun je als ouder of verzorger het anderstalige gebrabbel van je kind makkelijker begrijpen.
- Ouder/verzorger en kind kunnen met andere gebarentaalgebruikers communiceren.
- Omdat je elkaar aankijkt als je gebaren gebruikt, heb je meer aandacht tijdens interacties en is veelvuldig herhalen van je boodschap niet nodig.
- Met baby- en kindergebaren kun je met èn zonder geluid met een kind communiceren, ook over grote afstanden heen of door het raam naar buiten begrijpt het wat je bedoelt.
- Omdat je met baby- en kindergebaren eerder snapt wat er in een kind omgaat en daarop in kan spelen, voelt het zich begrepen en hoeft het niet boos of verdrietig te worden wat zorgt voor een goede hechting met elkaar.
- Minder frustratie bij als ouder/verzorger omdat je niet hoeft in te vullen wat je kind zou kunnen bedoelen, maar dankzij baby- en kindergebaren precies weet wat je kind zegt.
- ‘Plaatjes’ kun je makkelijker onthouden dan wanneer je woorden alleen hoort, met baby- en kindergebaren maak je een plaatje bij de woorden die je tegen je kind zegt.